Een beetje outback
16 februari 2019 - Hopetoun, Australië
(Door Elly)
Naar de echte outback van Australië gaan we deze reis niet. Dat is een beetje te ver, een beetje te heet en er zijn daar een beetje te veel vliegen naar ons zin. Maar we zijn toch 'een beetje' naar de outback gegaan, naar Flinders Ranges NP. En dat was echt ontzettend gaaf! Leuk detail is trouwens dat ik deze blog, een weekje later, op hemelsbreed ruim 1700 kilometer afstand van dat park zit te schrijven, in Hopetoun, Western Australia.
Op weg naar Flinders Ranges NP kleurt de aarde rood. We zien zogenaamde 'dirtdevils' om ons heen (kleine wervelwinden van stof), tientallen 'roadkills' en gelukkig ook heel veel nog rondspringende kangoeroes. De 'outback' beleef je natuurlijk alleen met een 4WD en omdat onze camper nou eenmaal geen vierwielaandrijving heeft, besluiten we een tour te boeken voor de volgende ochtend. Om half negen 's ochtends haalt Phil ons op, een bewoner van Rawnsley Park Station waar we zelf ook overnachten. Hij heeft iedere steen hier wel een keer omgedraaid en kent elke kangoeroe van gezicht (en dat zijn er echt heel veel). Nika mag zijn verrekijker lenen. Jackpot! Ze is er de hele rit druk mee. Phil laat ons hele oude fossielen zien, yellow-footed rock-wallaby's, prachtige uitzichten en een adelaar.
's Middags spreken we in het zwembad een Nederlands gezin dat net als wij een half jaar rondreist door Australië. Zij gaan de andere kant op en geven daarom een aantal waardevolle tips voor het vervolg van onze reis. Erg handig.
Overal in Australische nationaal parken staan bordjes dat je wildlife vooral niet moet voeren. Ze worden er afhankelijk van en kunnen er zelfs ziek van worden. In Flinders Ranges NP hebben de vogels en kangoeroes die bordjes zelf duidelijk niet gelezen, want ze staan 's avonds massaal te bedelen bij ons tafeltje. Bang zijn ze niet bepaald. De vogels landen bijna op ons bord en een kangoeroe duwt met zijn neus zo ongeveer onze biertjes om. Best moeilijk, maar we geven ze natuurlijk niks...
De volgende ochtend wandelen we de Wilpena Pound in. Het is warm, de zon schijnt fel en er is weinig beschutting. Ik heb al heel wat wandelingen gedaan met Nika op mijn rug, maar deze is me net iets te veel. Na afloop kan ik bijna geen stap meer zetten en verlang ik alleen nog maar naar een koud blikje cola. Die hebben ze gelukkig in het café.
Gelukkig kan ik daarna even 'ontspannen'. Van Richard en Nika krijg ik een vervroegd verjaardagscadeau; een cagedive met Great White Sharks in Port Lincoln! Wat een belevenis. 's Morgens om 6 uur komt het busje me ophalen. Gelukkig ben ik zo helder om een tabletje tegen zeeziekte in te nemen, want de vaartocht naar South Neptune Island duurt maar liefst vier uur lang en de golven zijn soms wel een meter of vier hoog. Ik sta op het dek met mijn handen om een stang geklemd en houd mijn blik strak op de horizon gericht. Gelukkig zie ik wel vlakbij de boot de dolfijn die boven de golven uitspringt. Terwijl om me heen het ene na het andere zakje wordt gevuld met maaginhoud, blijft echte misselijkheid me gelukkig bespaard. Een hobbelige tocht, maar gelukkig blijkt het het meer dan waard. Ik word door de crew ingedeeld in de eerste groep van zeven mensen die de kooi in mogen. We kijken goed om ons heen, maar zien zo'n twintig minuten lang geen haaien. Een beetje teleurgesteld komen we weer aan dek. Dan gaat groep 2. Al na een paar minuten wijst de kapitein enthousiast naar het water; een haai! Het dier blijft minutenlang om de kooi heen zwemmen. Na groep 2 mag groep 3 en daarna groep 4 (eigenlijk best logisch). Alle mensen in die groepen zien de haai onder water zwemmen. Iedereen komt met gelukzalige blikken weer boven. Ik geloof dat ik gek aan het worden ben. Ik wil nu ook zó graag die haai onder water zien. Maar ik ben als de dood dat hij het voor gezien houdt en ergens anders gaat rondhangen voordat ik weer aan de beurt ben. Als mijn groep na ongeveer zestig tergende minuten weer mag afdalen in de kooi, sta ik daarom trappelend vooraan. Het duurt niet lang of daar is hij. Wat een ontzettend indrukwekkend gezicht! Die tanden, die lengte, die snelheid, echt helemaal fantastisch. Na een prachtige show kom ook ik eindelijk met die enorme grijns op mijn gezicht weer boven. Die gaat er echt niet meer af! Op de terugweg durf ik zelfs een biertje te drinken en binnen te blijven zitten. Ik word weer niet misselijk. Wat een super gaaf verjaardagscadeau!
Even bijkomen. Dat doen we in Coffin Bay NP. Wat staan we daar weer mooi op een bushcamping aan het water! 's Middags loopt er een emu met jongen vlak langs de camper en 's avonds verzamelen zich weer een stuk of vijf kangoeroes bij ons.
Daarna maken we ons op voor de Nullarbor Plain, een woestijnachtig gebied met een lange, bijna rechte weg van wel 1200 kilometer lang. Van het midden naar het westen van Australië. Vlak van te voren kopen we veel boodschappen, water, verrassingseieren voor Nika, nog meer cadeautjes en gooien de tank helemaal vol. Verstand op nul en gaan. Saai is de Nullarbor gelukkig helemaal niet, blijkt. Iedere tegenligger groet je enthousiast, we zien lange road trains en indrukwekkende kliffen en overnachten de eerste nacht zelfs op een parkeerplaats met mooi uitzicht daarop. Nika is gedurende de rit gelukkig druk met haar cadeautjes, verrassingseieren en ander speelgoed. Maar ik moet wel eerlijk zijn; af en toe duurt het voor haar te lang. Dan brult ze even de hele camper bij elkaar. Maar over het algemeen heeft ze het echt goed gedaan! Bij de grens met Western Australia zien we een 'road train' geparkeerd staan. Even een foto natuurlijk. Nika met één broekpijp opgestroopt, want ze is de vorige dag op haar knie gevallen en heeft nog steeds een klein korstje dat gekoesterd wordt, en haar armen vol tattoos, want bij ieder plasje en poepje op het potje krijgt ze een nieuwe. Ze vindt de enorme vrachtwagen wel interessant, maar de speeltuin even verderop is nog veel leuker. Daar rent ze een paar rondjes en klimt en glijdt alsof het haar laatste dag is.
Op de camping vlakbij Norseman woont een kameel. Nika en hij zijn direct dikke maatjes. Ze voert hem takjes en hij is daar tevreden mee. We zien een prachtige zonsondergang boven de rode aarde en krijgen weer het outback-gevoel.
Dan is het weer tijd voor een hoogtepuntje en die beleven we in Cape Le Grand NP, vlakbij Esperance. Daar leggen we ons handdoekje neer op het witte strand van Lucky Bay. Het water is er turquoise en hartstikke helder, de zon schijnt én er scharrelen kangoeroes rond op het strand; wat een paradijs. Het is gewoon surrealistisch, zo mooi. We vermaken ons er de hele middag. Lekker zwemmen, zandkastelen bouwen, kangoeroes aaien en heel veel foto's nemen. Wauw! Nika probeert de kangoeroes takjes te voeren. Die kameel vond dat tenslotte ook lekker. Maar daar trappen ze niet in...
Dat met die "Jaws" is mij iets TE spannend...
Veel plezier verder weer!
Liefs, Loes